Zo onderhoud je je fiets

Voor een grondig onderhoud of een reparatie doe je best een beroep op een fietshersteller. Je fiets tussentijds in conditie houden, kan je echter makkelijk zelf en kost je weinig. Ontdek in 6 stappen hoe je dat doet.

Aan de slag

Wat heb je nodig? Spons, enkele vodden, borstel voor de fijne onderdelen, water, fietsschoonmaakproduct, ontvetter, smeerolie, montagevet, vaseline, fietspomp.

1. Frame schoonmaken

Als je je fiets meteen schoonmaakt, krijg je het vuil makkelijker weg.

Laat vuil en modder niet opdrogen.
Gebruik liever een emmer water en een spons dan een tuinslang of hogedrukreiniger. De harde waterstraal kan immers onderdelen beschadigen.
Kies een mild reinigingsproduct. In je plaatselijke fietsenwinkel vind je de beste, milieuvriendelijke producten.
Droog je fiets tot slot goed af.

2. Ketting en tandwielen smeren

Een propere en goed gesmeerde ketting trapt soepeler. Doe het een keer per maand.

Haal eerst het vuil van de ketting, voorbladen, cassette en derailleur met een vod en ontvetter.
Smeer daarna de ketting en tandwielen met teflonsmeerolie (vuil- en waterafstotend).
Laat de pedalen ronddraaien en verander van versnelling om het product goed te verdelen.
Laat vijftien minuten inwerken en veeg de overtollige olie daarna weg met een doek.

3. Remmen nakijken

De remmen zijn zowat de belangrijkste onderdelen van je fiets. Behandel ze daarom met veel zorg.

Veeg remblokjes en velgen schoon met een vochtige doek. Remmen verdragen niet veel water.
Druppel wat smeermiddel in de rubberen behuizing van de remkabels om wrijving te voorkomen. Let op dat er geen smeermiddel terechtkomt op de remblokjes of op de velgen.
Vervang de remmen als ze piepen of schuren, of als de inkervingen op de remblokjes vervaagd zijn. Er bestaan handige systemen waarbij je alleen het gommetje moet vervangen. Dat bespaart tijd en geld, en het is bovendien beter voor het milieu.

4. Wielen controleren

Met de juiste bandenspanning – check de zijkant van de band – kan je lekrijden voorkomen, verslijt de band minder snel en fiets je met meer plezier.

Gebruik water, borstel en vod om de velgen, spaken en banden schoon te maken.
Pomp om de drie tot vier weken de banden op.
Check ook of je banden nog voldoende reliëf hebben voor een goede grip op de weg.

5. Bouten, moeren, pedalen, stuur- en zadelpen behandelen

Het is heel belangrijk om roest te voorkomen aan de verschillende onderdelen van je fiets. Stel je fiets dus zo min mogelijk bloot aan vocht en droog alle onderdelen goed af, ook de kleinste elementen.

Smeer de bouten en moeren van je fiets af en toe in met wat vaseline.
Gebruik voor pedalen, stuur- en zadelpen montagevet, om te vermijden dat ze muurvast komen te zitten.

6. Verlichting checken

Brandt het voor- of achterlicht niet meer? Dan ligt dat aan het lampje, de batterij of de dynamo. Bij dynamoverlichting kan de stroom onderbroken zijn door roest. Bij batterijverlichting moet je waarschijnlijk de batterij vervangen of zorgen dat ze goed verbonden is met de koperen pinnetjes.

Controleer de lichten regelmatig: het is levensgevaarlijk om bij schemer of in het donker zonder licht rond te rijden.
Neem voor noodgevallen een reservelamp mee.

Is je fiets goed verzekerd?

Als je fiets je lief is, bescherm je hem best tegen diefstal of schade. Wil je niet in de kou blijven staan bij pech, dan kan je ook een fietsbijstandsverzekering nemen. Zelfs een verzekering die de kosten van lichamelijke schade dekt bij een fietsongeval is mogelijk.

Je kiest dan best voor een fietsomniumverzekering die je kan afsluiten voor zowel een klassieke fiets als koersfiets, e-fiets, e-step enz.

Contacteer me gerust voor advies. En geniet van je fietstochten!